Chronische otitis is een langdurige middenoorontsteking met trommelvliesperforatie en soms afscheiding uit het oor.
Tot chronische otitis rekenen we alle vormen van otitis die in de loop van de tijd afnemen met overwegend betrokkenheid van het middenoorgedeelte en die zich kunnen uitstrekken tot nabijgelegen structuren (es.mastoide). De primaire klinische manifestaties worden gegeven door de perforatie van het trommelvlies en de aanwezigheid of afwezigheid van uitscheiding.
De oorzaken van otitis zijn het gevolg van de werking van bacteriën of virussen, vaak ondersteund door subjectieve factoren (leeftijd, immuunstatus) en lokale factoren (adenoïde hypertrofie, buisstructuur van Eustachius). De infectueuze agentia die het vaakst bij het proces zijn betrokken, zijn: Streptococcus pneumoniae, Haemophilus influenzae en Moraxella catarrhalis. De verspreiding en ontwikkeling van de kiemen door de buis van Eustachius is nu de belangrijkste oorzaak.
Over het algemeen wordt de symptomatologie van chronische otitis gekenmerkt door secretie, hypacusie, tinnitus en soms duizeligheid. Pijn, vrijwel afwezig in de vorm van catarrale otitis, overheerst in etterende vormen waaraan koorts kan worden toegeschreven.
Een middenoor chronische otitis kan grote perforaties van het trommelvlies, gehoorbeentjesketting of erosie van het bot veroorzaken dat het middenoor van de structuren in de temporale bot en de schedel verdeelt. Onder extracraniële complicaties zijn de meest voorkomende mastoïditis (ontsteking van de ruggengraat tot oor), de petrosite, labyrinthitis en gezichtsverlamming. Extreem zeldzame intracraniale complicaties (hersenabces en meningitis) zijn de meest ernstige complicaties die worden gekenmerkt door algemene symptomen zoals koorts, wijdverspreide malaise en hoofdpijn.
Ongeveer 90% van alle vormen van otitis geneest met een correcte farmacologische therapie (zoals antibiotica, steroïden, mucolytica, thermische behandeling). De resterende 10% heeft een neiging tot recidief en chronische ontstekingen (afhankelijk van het type pathogeen, ooranatomie, aanwezigheid van adenoïden, recidiverende tonsillitis, etc.), wat soms kan leiden tot ernstige complicaties in de middenoorstructuren en ook in extra- en intracraniële structuren.
Bij chronische otitis zijn complicaties door farmacologische behandeling uiterst zeldzaam. Het is altijd raadzaam een specialist, zoals een otorinolaryngoloog of audioloog, te raadplegen voor onderzoek en passende diagnostiek voor een juiste diagnose en therapie. Bij terugkerende otitis kan aanvullend radiologisch onderzoek (zoals CT en/of MRI) nodig zijn om de omvang van de ontsteking en eventuele schade die niet zichtbaar is met otomicroscopie beter in kaart te brengen, en complexere ontstekingsvormen uit te sluiten.