Tips voor het dragen van oordoppen

De eerste stap is bepalen welke gehoorbescherming het beste bij jouw situatie past. Er zijn verschillende opties, elk geschikt voor een andere omgeving of behoefte:

• Oordoppen. Gemaakt van schuim of siliconen en passen in de gehoorgang. Handig voor wie onopvallende bescherming zoekt in een lawaaierige omgeving.
• Oorkappen. Bedekken het hele oor. Ideaal voor langdurige of zwaardere bescherming, bijvoorbeeld bij machines of op een bouwplaats.
• Op maat gemaakte oordoppen. Worden speciaal aangepast aan de vorm van je gehoorgang. Bieden optimaal comfort en bescherming, populair bij muzikanten of mensen die vaak met harde geluiden te maken hebben.

De NRR (Noise Reduction Rating) geeft aan hoeveel geluid een gehoorbeschermingsmiddel dempt. Het is belangrijk om een bescherming te kiezen met een NRR die past bij het geluidsniveau om je heen. Bijvoorbeeld:

• NRR 20–25 dB: Geschikt voor matige geluidsniveaus.
• NRR 30 dB of hoger: Aan te raden bij veel lawaai, zoals op een bouwplaats of tijdens een concert.

Voordat je oordoppen of gehoorkappen gebruikt, controleer je of ze schoon zijn en niet beschadigd.

Voor oordoppen: Rol schuimrubberen oordoppen tussen je vingers tot een smalle, cilindervormige vorm.

Gebruik je herbruikbare oordoppen? Maak ze dan regelmatig schoon om ze effectief te houden.

Voor oorkappen: Controleer of de oorschelpen goed zijn uitgelijnd en vrij van obstakels.

Stel de hoofdband zo in dat hij stevig maar comfortabel zit.

Schuimrubberen oordoppen:

• Rol de oordop strak op tussen je vingers.
• Trek met één hand je oor omhoog en naar achteren om de gehoorgang te openen.
• Breng de oordop voorzichtig in en houd hem even vast tot hij uitzet en goed afsluit.
• Herhaal dit voor het andere oor.

Siliconen of gelamelleerde oordoppen:

• Houd de oordop vast bij het steeltje.
• Breng hem rechtstreeks in de gehoorgang.
• Pas aan tot hij stevig en goed afsluit.

• Plaats de hoofdband boven op je hoofd.
• Zet de oorschelpen goed over je oren zodat ze strak en comfortabel afsluiten.
• Pas de band aan zodat de gehoorkappen stevig zitten, maar niet te strak. Te veel druk kan na verloop van tijd onprettig aanvoelen.

Een goede afdichting is cruciaal voor effectieve bescherming.

• Oordoppen: druk zachtjes rond je oor om te controleren of de dop goed zit.
• Oorkappen: zorg dat de oorschelpen volledig aansluiten en er geen openingen zijn tussen de kap en je hoofd. De afdichting moet stevig zijn, maar mag geen pijn doen.

Zodra je de gehoorbescherming goed hebt aangebracht, draag je deze de hele tijd dat je aan lawaai wordt blootgesteld. Of je nu werkt, naar een festival gaat of thuis met lawaaiige apparatuur bezig bent – bescherming is alleen effectief als je die constant gebruikt. Gehoorschade ontstaat geleidelijk, dus volhouden is belangrijk.

Na gebruik:

• Oordoppen: trek ze langzaam uit door het steeltje vast te pakken. Doe dit voorzichtig om je gehoorgang niet te beschadigen.
• Gehoorkappen: til ze rustig van je hoofd en berg ze op een schone, droge plek op.

Controleer na elk gebruik of je gehoorbescherming nog in goede staat is. Reinig oordoppen volgens de aanwijzingen van de fabrikant en vervang ze als ze beschadigd zijn of minder goed werken. Oorkappen kun je het best bewaren op een koele, droge plek. Maak ze na elk gebruik schoon om vuil en vet te verwijderen.

Oordoppen moeten regelmatig vervangen worden, zeker als ze hun vorm verliezen of niet meer goed uitzetten na het oprollen. Controleer oorkappen op scheurtjes in de oorschelpen, beschadigde hoofdbanden of versleten afdichtingen. Is een onderdeel kapot of versleten? Dan is het tijd voor vervanging.